Bij onze geboorte stappen we op de trein en ontmoeten we onze ouders. En we gaan ervan uit dat ze altijd met ons zullen reizen.
Toch, aan een bepaald station stappen onze ouders af, en moeten we ons reis alleen verderzetten. Naarmate de tijd verstrijkt stappen wel andere belangrijke mensen op onze trein. Broers en zussen, vrienden en hoogstwaarschijnlijk ook de liefde van onze leven en mogelijks kinderen.
Daarvan zullen enkelen ook weer verdwijnen en een bepaalde leegte achterlaten. Enkelen zullen zo discreet zijn dat we niet beseffen of ze al dan niet nog op de trein zitten.
Onze treinreis zal volgepropt worden met vreugde, liefde, pijn, verwachtingen, goede dagen, tot weerziens en afscheid nemen. Het belangrijkste is om het beste van onszelf te geven en goede contacten te houden met alle passagiers.
We weten niet aan welk station we ooit zullen afstappen. Dus laten we leven, laten we liefhebben. Laten we de beste versie zijn van onszelf, zodat we aan ons eindstation alleen maar mooie herinneringen achterlaten voor degenen die hun reis verder zetten.
Laten we gelukkig zijn met wat we hebben en dankbaar zijn voor onze fantastische reis.
Bedankt dat je een van de passagiers van mijn trein bent. En als ik moet afstappen aan het volgende station, ben ik blij dat ik dit traject samen met jou heb mogen rijden.
Vrije vertaling van een tekst van de Franse schrijver en filosoof Jean D ‘Ormesson.